Geen nood, je bent op de juiste plek.
Adviestalent is vanaf 1 november 2019 doorgegaan als OpMorgen

Verder

Lessen voor een succes­volle mobili­teits­transitie

Thijs Hofman Adviseur Stad Natuur en Mobiliteit OchtendMensen TwynstraGudde

Voor dit artikel vroegen we verschillende experts wat er volgens hen nodig is voor de transitie naar een duurzaam mobiliteitssysteem. Patricia Bakker deelt haar ervaring als senior content marketeer bij ANWB. Vanuit adviesbureau TwynstraGudde spraken we met Jan Willem de Kleuver en Jos Kalfsbeek, beiden senior adviseur en partner Mobiliteit en Infrastructuur. Ten slotte deelde ondernemer Wouter de Valk zijn inzicht. Wouter is oprichter van Livemobility, een bedrijf dat software ontwikkelt om zakelijke reisbewegingen doormiddel van data inzichtelijk te maken.

De interviews geven een gedeeld beeld van lessen om mee te nemen richting een duurzamer mobiliteitssysteem, en dat is hard nodig om onze klimaatdoelen te bereiken en samen zorg te dragen voor de wereld.

1. Denk vanuit het systeem als geheel

Patricia leert ons dat mobiliteit anders moet worden georganiseerd, maar dan wel vanuit het hele systeem. “De manier waarop we ons verplaatsen, verandert. We willen steeds sneller en verder reizen, maar nieuwe vormen van mobiliteit moeten wel rendabel zijn. Tegelijkertijd wordt duurzame mobiliteit een vereiste. COVID-19 heeft deze ontwikkelingen nog meer versneld. We zijn ineens plaats- en tijdsonafhankelijk gaan werken en we zien nu dat kantoren een andere functie krijgen, namelijk puur voor ontmoeting en verbinding.”

Een succesvolle mobiliteitstransitie is, aldus Patricia, een gezamenlijke verantwoordelijkheid van mobiliteitsleveranciers zoals de ANWB, complementaire bedrijven zoals Uber of Shuttel, en de overheid. Vanuit deze samenwerkingsverbanden ontstaan nieuwe vormen van mobiliteit: producten en diensten waarbij financiële risico’s gedeeld worden, maar die gezamenlijk meer opleveren. En belangrijker: Zo blijft Nederland op een duurzame manier bereikbaar en blijven we letterlijk met elkaar in verbinding. Een mooi voorbeeld is het Deltaplan Mobiliteit van de Mobiliteitsalliantie. Daarin hebben 25 betrokken partijen laten zien dat ze samen tot een integrale benadering kunnen komen. Zo is er in de inrichting van mobiliteitsknooppunten rekening gehouden met de energietransitie.

Jan Willem en Jos sluiten hierbij aan: “Besef dat je duurzame mobiliteit altijd als een systeem zult moeten benaderen. Je ziet in de praktijk vaak dat technologische ontwikkeling de driver is, maar je moet er vervolgens achter komen hoe die technologie een plekje krijgt in het maatschappelijk systeem. Je kan bijvoorbeeld denken aan teruglopende brandstofbelastingen als gevolg van elektrisch rijden, wat een effect heeft op de overheidsfinanciën.” Denk dus een paar stappen verder en voorkom een tunnelvisie. “De stip op de horizon waar we binnen het thema duurzame mobiliteit naartoe werken is duidelijk, dat is zero-emissie vervoer. Om dat doel te bereiken zijn meerdere oplossingsrichtingen denkbaar, zoals vervoerselektrificatie van busverkeer en binnenvaart, of het gebruik van waterstof als brandstof in het vervoerssysteem. Het is dus belangrijk om te onthouden dat we werken met een onzekerheidsmarge, en dat er geen silver bullet is.”

2. De gebruiker bepaalt

De ervaring leert dat de gebruiker uiteindelijk bepaalt of iets wel of niet werkt. Jan Willem en Jos: “Vergeet bij een onderwerp als duurzame mobiliteit vooral niet om de uiteindelijke gebruikers mee te nemen. Uiteindelijk ontstaan alle vormen van mobiliteit vanuit een behoefte van mensen om zich te verplaatsen. Een voorbeeld van hoe je hier rekening mee houdt is het concept van de 15-minuten-stad waarbij de benadering van duurzame mobiliteit begint bij de vraag naar mobiliteit vanuit de eindgebruiker. “

Met Livemobility neemt Wouter de gebruiker als startpunt. Hij begint met het bevragen en meten van het gebruikelijke reisgedrag van de werknemer. Dit sluit aan op aangescherpte regels over de rol van de werkgever in het registeren van mobiliteitsbewegingen. Patricia: “Vanaf 1 januari 2022 mag de werkgever geen vast bedrag meer uitkeren als reiskostenvergoeding, maar doet dit dan op basis van de daadwerkelijke reisbewegingen.” De informatie die via de app van Livemobility verkregen wordt kan de werkgever gebruiken om een realistisch vervoersaanbod aanbieden dat aansluit bij de wensen van de werknemer. Het garanderen van goede communicatie tussen werkgever en werknemer is hierbij cruciaal.

Wouter zegt hierover: “Soms lees ik dat deelmobiliteit niet werkt. Ik ben ervan overtuigd dat dat niet met het aanbod te maken heeft, maar met het niet meebewegen met de vraag. Je kunt niet zomaar iets neerzetten en hopen dat het gebruikt wordt. Je hebt vraagcreatie nodig. Als Livemobility niet aansluit bij de behoefte van werknemers, zijn zij niet geneigd de app te gebruiken. De werkgever ontvangt dan geen data en kan in feite niets met de app.” Hoe doe je dat, meebewegen met de vraag van de gebruiker? Je moet aandacht hebben voor de context waarin iemand bepaald gedrag vertoont. Verandering moet makkelijk gemaakt worden, dan zijn mensen meer geneigd erin mee te gaan, aldus Wouter.

3. Vergeet de rol van de overheid niet

Naast de gebruiker is de overheid een belangrijke speler in de mobiliteitstransitie. De overheid bepaalt uiteindelijk de wetgeving, en daarmee ook het gemak waarmee technologische veranderingen geïntroduceerd kunnen worden. Zo is de beperkte actieradius geen probleem meer bij elektrische auto’s, maar lopen gebruikers er nu soms tegenaan dat het lastig is een laadplek te vinden. Als de overheid niet snel genoeg meebeweegt met deze technologische ontwikkelingen, dan zit daar een grote bottleneck, aldus Wouter. Wetgeving en besluitvorming moeten gereed zijn als de markt er klaar voor is.

Gemeend gedachtegoed is dat je voor een transitie tenminste 25% van de mensen mee moet krijgen, dan volgt de rest vanzelf. Wouter meent dat een groot deel van de Nederlandse bevolking geïnteresseerd is in duurzame ontwikkelingen en dat je daarmee ruim de 25% haalt. Wouter: “Ook werkgevers en de overheid zijn van mening dat een transitie nodig is. Maar als je vraagt wie de eerste stap zet, kijken we naar elkaar. De overheid is juist hierin nodig. Enerzijds is het goed als de bevolking de ruimte krijgt om een actieve rol in te nemen, anderzijds heeft de overheid een faciliterende rol binnen de mobiliteitstransitie.” Om toe te werken naar een duurzaam mobiliteitssysteem moeten we breed blijven denken, anderen betrekken en steeds opnieuw afwegingen maken. Hoe passen we dit toe de dagelijkse praktijk? Door continu te zoeken naar samenwerking, dichtbij de gebruiker te staan en onze kennis van de overheid te gebruiken en te verdiepen. OchtendMensen blijft (mee)werken aan de mobiliteit van morgen!

Meer weten over wat wij doen binnen de thema’s Energie & Duurzaamheid en Stad, Natuur & Mobiliteit? Bekijk onze themapagina’s. Ook kun je je hieronder aanmelden voor één van onze thema-nieuwsbrieven.

Ont­bij­­ten met Anders Reizen: Hoe een net­­­werk­­­­bewe­­ging duur­za­­me mobili­teit stimuleert

Anders Reizen duurzame mobiliteit OchtendMensen

Vanuit het fenomeen ‘Ontbijtpraktijken’ nodigt OchtendMensen professionals uit om hun praktijkervaring en inzichten over een bepaald maatschappelijk vraagstuk te delen. Dit keer was het de beurt aan Hugo Houppermans, directeur van Anders Reizen.

Anders Reizen is een coalitiebeweging met als ambitie om de CO2-uitstoot van zakelijk reizen te halveren in 2030 ten opzichte van 2016. Ze focust zich op de bijdrage die werkgevers hebben op de uitstoot van woon-werkverkeer, zakelijke mobiliteit en vliegverkeer. Bedrijven delen hun eigen ervaringen, dilemma’s en successen zonder commerciële inslag. Momenteel zijn er ruim 70 bedrijven verbonden die in totaal ongeveer 500.000 medewerkers in Nederland vertegenwoordigen.

Wat zijn de succesfactoren achter een geslaagde coalitiebeweging met veel betrokkenen? We proberen dit te ontdekken aan de hand van drie vragen.

Vraag 1: Hoe houd je energie in een coalitienetwerk?

De uitdaging bij veel netwerken is om de energie vast te houden. Soms gaat na zes maanden de energie eruit, omdat het nieuwe en sprankelende eraf is. Belangrijk is om te blijven uitdagen en verrassen. Anders Reizen organiseert kennissessies voor verschillende doelgroepen in het bedrijf. Twee keer per jaar komen de CEO’s bijeen, waar kennis wordt gedeeld en waar ze worden uitgedaagd om met elkaar na te denken over hoe ze doelen kunnen bereiken.

Als een CEO-bijeenkomst enkel draait om gezelligheid waarbij iedereen achterover kan leunen, dan is Hugo niet tevreden. “Een evenement moet schuren. Deelnemers moeten daar met samengeknepen billen zitten. Want er gebeurt pas wat als bedrijven spanning en urgentie voelen om harder aan de slag te gaan.  Als de CEO’s hun HR-directeur appen omdat ze schrikken van de inhoud van de presentatie, dan gaat het balletje pas echt rollen. “

“Er gebeurt pas wat als bedrijven spanning en urgentie voelen om harder aan de slag te gaan.”

Vraag 2: Hoe zorg je ervoor dat de aangesloten bedrijven betrokken blijven?

“Betrokkenheid bereiken we door persoonlijk contact. We bellen gewoon regelmatig op. Die persoonlijke connectie is essentieel. Het is belangrijk om snel opnieuw de relatie op te bouwen, als de contactpersoon binnen een bedrijf wisselt. Als team moet je daar gelijk bovenop zitten.”

Ook worden bedrijven in het zonnetje gezet als ze goed gepresteerd hebben. Juist die positieve feedback stimuleert om een stapje extra te zetten.

Vraag 3: Hoe blijf je als coalitiebeweging ambitieus?

“Om echt impact te maken, is het van belang om kritisch naar je ambities te blijven kijken,” zegt Hugo. “We stellen onszelf regelmatig de vraag of we ambitieus genoeg zijn en kijken waar we kunnen versnellen. We hebben er vertrouwen in dat we ons CO2-doel van 50% reductie in 2030 gaan halen. Door monitoring houden we vinger aan de pols. Hierbij dragen we stap voor stap bij aan fossielvrije mobiliteit.”

Lees graag verder op onze website als je wilt weten wat de adviseurs van OchtendMensen doen op het gebied van Duurzaamheid en van Mobiliteit.

De fiets­pro­fessor over mo­bili­teit in de wijk

Duurzame Mobiliteit Marco te Brommelstoet

Stadswijk Merwede in Utrecht wordt in 2021 gepresenteerd als de stadswijk van de toekomst. Een ambitieus stedelijk ontwikkelingsproject met veel groen, weinig auto’s en een mix van koopwoningen en (sociale) huur. Bij het lezen van de plannen wordt duidelijk dat er veel aandacht is voor duurzaam vervoer in de wijk. Er komen mogelijkheden voor het gebruik van deelmobiliteit aan de rand van de wijk, fietsparkeernormen en een fijnmazig wandel- en fietspad. In dit artikel gaan we hierover in gesprek met Marco te Brömmelstroet, professor Urban Planning en schrijver van het boek ‘Het recht van de snelste’.

Ontwikkeling van een nieuwe wijk

De uitgesproken visie voor de Merwedekanaalzone spreekt tot de verbeelding: Er wordt gewerkt aan een gebied dat volop kansen biedt tot ontmoeten, spelen, sporten en ontspannen. Op deze manier wordt gewerkt aan een wijk die bijdraagt aan gezond stedelijk leven. Marco schaart zich achter deze integrale benadering: Op de vraag waarop volgens hem gelet moet worden bij de ontwikkeling van een nieuwe wijk waarschuwt hij voor een overmatige focus op (duurzame) mobiliteit, aangezien dit slechts één aspect is van de leefomgeving. ‘Duurzaam is net als veilig en leefbaar geen doel bij de ontwikkeling van een nieuwe wijk. Zou je je eigen huwelijk/relatie bijvoorbeeld zo omschrijven? Dat mobiliteit duurzaam, veilig en leefbaar moet zijn is een conditie die eigenlijk compromisloos zou moeten zijn. Van oudsher is de rol van mobiliteit heel bepalend, bijna monopolistisch, voor alle andere aspecten van de leefomgeving.’

Marco roept mensen op om bij de ontwikkelingen in de openbare ruimte een stapje terug te nemen, en zich af te vragen welke doelen de openbare ruimte dient: ‘Vragen gericht op wijkontwikkeling moeten in de eerste plaats gaan over het gebruik van de openbare ruimte en welke plek mobiliteit daarin krijgt. Maar welke doelen dient de openbare ruimte idealiter? Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan ontmoeting, sociale cohesie, biodiversiteit, ontspanning en persoonlijke ontwikkeling. Een voorbeeld van een goed kader voor integrale wijkontwikkeling is de Leidraad Openbare Ruimte in Groningen. Zelf heb ik een voorkeur voor wijken die aan het volgende voldoen: een ontspannen openbare ruimte, waar kinderen niet continu op hun hoede hoeven te zijn voor gevaar en zich zelfstandig kunnen verplaatsen.’

Een autovrije wijk

In de Merwedekanaalzone wordt duidelijk de ambitie uitgesproken om een wijk te creëren die zo veel als mogelijk autovrij is. Gevraagd om te reflecteren op deze ambitie komt Marco verrassend uit de hoek: ‘Autovrij is een vrij negatief ingestoken narratief en legt de nadruk op wat je niet wilt. Daarnaast blijft de discussie op die manier een verkeerskundig verhaal. Begin in plaats van de focus op autovrije wijken met bedenken welke sociale doelen je centraal wilt stellen en waarvoor de openbare ruimte moet dienen. Kijk daarna hoe mobiliteit binnen die doelen past. Wat is er bijvoorbeeld tegen auto’s als die niet op straat staan geparkeerd en die niet sneller dan stapvoets kunnen rijden?’

Hij voegt hier nog aan toe dat de technische instrumenten voor de beheersing van snelheid al beschikbaar zijn: ‘Zorg dat auto’s niet meer sneller kunnen dan acceptabel is. Denk bijvoorbeeld aan Intelligente Snelheidsaanpassing (ISA) met Geofencing (een virtuele ruimtelijke grens) waarbij auto’s bijvoorbeeld niet harder kunnen rijden dan 15 km per uur in een woonwijk. Dan kan iedereen die echt moet overal met de auto komen, zonder dat dat ten koste gaat van anderen. Veel autobezit en -gebruik zal dan vanzelf verdampen.

Regionale functies

In de Merwedekanaalzone wordt de ambitie uitgesproken om regionale functies te weren die autoverkeer aantrekken of genereren. Een mogelijk argument tegen dit instrument is dat het zorgt voor een ‘waterbedeffect’ waarbij autoverkeer verplaatst wordt naar omliggende gebieden. Maar volgens Marco hoeft dat niet zo te zijn: ‘Niet als we consequent beleid gaan voeren. Dus niet wijkgericht, maar als stad, regio, dan wel land. Daarbij begint het met de vraag: Wat voor stad/regio/land willen we zijn? En welke rol heeft autoverkeer daarin?’. Marco maakt hierbij nog wel een kritische noot: ‘We moeten stoppen met het subsidiëren van autoverkeer. Stoppen met gratis en goedkope parkeerruimte, het loskoppelen van kosten gerelateerd aan vervuiling en onveiligheid voor de gebruiker en de focus op snelheid waarmee een automobilist zich van A naar B dient te kunnen verplaatsen’.

Een belangrijk onderdeel van de visie die uitgedragen wordt in de Merwedewijk is de ‘gezonde mix van doelgroepen’. Zo valt 30% van de woningen binnen het sociale huur segment en is er ruimte voor starters, studenten, gezinnen, woongroepen en senioren. Met betrekking tot de laatste groep vragen we Marco hoe hij aankijkt tegen de bewegingsvrijheid die een auto biedt aan ouderen: ‘Prachtig, laten we er inderdaad voor zorgen dat zij niet autoafhankelijk zijn door nabijheid en inrichting van de openbare ruimte gericht op veilig kunnen fietsen dan wel lopen. Voor hen die niet anders kunnen, is de auto dan perfect. Maar dan dus zonder een grote negatieve impact op anderen te hebben’.

Deelmobiliteit

In de Merwedewijk is een belangrijke rol weggelegd voor deelmobiliteit. Er wordt ingezet op een digitaal platform en de aanleg van hubs (verzamelpunt van deelmobiliteitsdiensten) aan de rand van het gebied. Als we Marco vragen om te reflecteren op deze instrumenten reageert hij enigszins kritisch, en wijst hij ons op het onderscheid tussen deel- en huurmobiliteit: ‘Er wordt hier ingezet op huurmobiliteit; er wordt niet gedeeld. Het is goed om daarop in te zetten, maar net als alle andere innovaties zullen ze enkel slagen als we niet langer het bezitten en gebruiken van privévoertuigen stevig subsidiëren en aanmoedigen. Daar is nu niet tegenop te concurreren met een duurzaam bedrijfsmodel’. Hierbij wijst hij erop dat bijna alle mobiliteitsinnovaties puur als mobiliteitsdienst verliesgevend zijn.

Bedankt voor je tijd! Een deel van onze lezers heeft of krijgt op verschillende manieren met duurzame mobiliteit te maken. ­­­
Wat voor een take-home message zou u hen willen meegeven?

Een duurzame openbare ruimte is een conditie en geen nastrevenswaardig doel op zichzelf. If anything, dan zouden we het huidige mobiliteitssysteem zo onduurzaam mogelijk moeten maken. Het is tijd voor echt transformatieve verandering waarbij mobiliteit één van de tien doelen wordt bij de inrichting van onze openbare ruimte!

Wil je weten wat voor opdrachten OchtendMensen op het gebied van mobiliteit doet, lees dan verder op onze themapagina. En wil je op de hoogte worden gehouden van wat OchtendMensen publiceert over Stad, Natuur & Mobiliteit en Energie & Duurzaamheid, schrijf je dan hieronder in voor onze nieuwsbrief.

Het Academy-team van Ochtend­Mensen stelt zich voor

Academy-team OchtendMensen

De OchtendMensen Academy

Bij OchtendMensen staat jouw ontwikkeling voorop. In onze OchtendMensen Academy – ons driejarig opleidingstraject voor jonge professionals – geven wij jou de ruimte en verantwoordelijkheid voor wat jij leert en stimuleren jou om jezelf te blijven uitdagen. Eén van onze uitgangspunten daarbij is dat je vooral veel leert in het werk. Daar gebeurt het! Daarnaast geloven wij in de eigenheid en talenten van mensen. Daarom hebben we een stevig opleidingsprogramma waarin we, naast theorie en methodieken, ook veel aandacht besteden aan de vraag “wie ben jij?”.

Onze Talentmanagers en Opleidingscoördinator werken voortdurend aan het verder verbeteren van ons uitgebreide opleidingsprogramma en begeleiden jou bij jouw ontwikkeling. Ben je benieuwd wie zij zijn en wat zij doen? Recent hebben wij ons opleidingsteam uitgebreid en we stellen hen graag aan je voor.

De Talentmanagers van OchtendMensen: Noëlle van den Boom en Andrea Tempelman

Onze Talentmanagers Noëlle en Andrea werken aan het continu verbeteren en ontwikkelen van ons opleidingsaanbod. Zo zorgen zij ervoor dat onze opleidingen aansluiten op de markt, de rollen waarin onze adviseurs werkzaam zijn en de leerthema’s van de groep. Daarnaast coachen Noëlle en Andrea onze jonge professionals in hun persoonlijke en professionele ontwikkeling en verzorgen zij een aantal trainingen in de opleidingen.

Noëlle van den Boom en Andrea Tempelman, Talentmanagers bij OchtendMensen

De Opleidingscoördinator van OchtendMensen: Stéphanie Luijks

Als Opleidingscoördinator zorgt Stéphanie ervoor dat alles rondom de verschillende opleidingsmomenten goed geregeld is. Van het maken van alle (persoonlijke) opleidingsplanningen, de coördinatie en afstemming met de verschillende trainers en opleidingslocaties tot de fysieke en digitale beschikbaarheid van opleidingsmaterialen. Overzicht creëren, verbetermogelijkheden zien, betrokkenen met elkaar verbinden en heldere communicatie zijn kernwoorden die hierbij aansluiten.

Stéphanie Luijks, Opleidingscoördinator bij OchtendMensen

Enthousiast geworden? Lees hier dan meer over werken bij OchtendMensen, waarvan deze Academy integraal onderdeel uitmaakt.

Meld je aan voor één van onze thema-nieuwsbrieven