Menu

OchtendMensen-nieuws

Lessen voor een succes­volle mobili­teits­transitie

Auteur Thijs Hofman
Datum 28-01-2023
Lessen voor een succes­volle mobili­teits­transitie

Voor dit artikel vroegen we verschillende experts wat er volgens hen nodig is voor de transitie naar een duurzaam mobiliteitssysteem. Patricia Bakker deelt haar ervaring als senior content marketeer bij ANWB. Vanuit adviesbureau TwynstraGudde spraken we met Jan Willem de Kleuver en Jos Kalfsbeek, beiden senior adviseur en partner Mobiliteit en Infrastructuur. Ten slotte deelde ondernemer Wouter de Valk zijn inzicht. Wouter is oprichter van Livemobility, een bedrijf dat software ontwikkelt om zakelijke reisbewegingen door middel van data inzichtelijk te maken.

De interviews geven een gedeeld beeld van lessen om mee te nemen richting een duurzamer mobiliteitssysteem en dat is hard nodig om onze klimaatdoelen te bereiken en samen zorg te dragen voor de wereld.

1. Denk vanuit het systeem als geheel

Patricia leert ons dat mobiliteit anders moet worden georganiseerd, maar dan wel vanuit het hele systeem. “De manier waarop we ons verplaatsen, verandert. We willen steeds sneller en verder reizen, maar nieuwe vormen van mobiliteit moeten wel rendabel zijn. Tegelijkertijd wordt duurzame mobiliteit een vereiste. COVID-19 heeft deze ontwikkelingen nog meer versneld. We zijn ineens plaats- en tijdsonafhankelijk gaan werken en we zien nu dat kantoren een andere functie krijgen, namelijk puur voor ontmoeting en verbinding.”

Een succesvolle mobiliteitstransitie is, aldus Patricia, een gezamenlijke verantwoordelijkheid van mobiliteitsleveranciers zoals de ANWB, complementaire bedrijven zoals Uber of Shuttel, en de overheid. Vanuit deze samenwerkingsverbanden ontstaan nieuwe vormen van mobiliteit: producten en diensten waarbij financiële risico’s gedeeld worden, maar die gezamenlijk meer opleveren. En belangrijker: Zo blijft Nederland op een duurzame manier bereikbaar en blijven we letterlijk met elkaar in verbinding. Een mooi voorbeeld is het Deltaplan Mobiliteit van de Mobiliteitsalliantie. Daarin hebben 25 betrokken partijen laten zien dat ze samen tot een integrale benadering kunnen komen. Zo is er in de inrichting van mobiliteitsknooppunten rekening gehouden met de energietransitie.

Jan Willem en Jos sluiten hierbij aan: “Besef dat je duurzame mobiliteit altijd als een systeem zult moeten benaderen. Je ziet in de praktijk vaak dat technologische ontwikkeling de driver is, maar je moet er vervolgens achter komen hoe die technologie een plekje krijgt in het maatschappelijk systeem. Je kan bijvoorbeeld denken aan teruglopende brandstofbelastingen als gevolg van elektrisch rijden, wat een effect heeft op de overheidsfinanciën.” Denk dus een paar stappen verder en voorkom een tunnelvisie. “De stip op de horizon waar we binnen het thema duurzame mobiliteit naartoe werken is duidelijk, dat is zero-emissie vervoer. Om dat doel te bereiken zijn meerdere oplossingsrichtingen denkbaar, zoals vervoerselektrificatie van busverkeer en binnenvaart, of het gebruik van waterstof als brandstof in het vervoerssysteem. Het is dus belangrijk om te onthouden dat we werken met een onzekerheidsmarge, en dat er geen silver bullet is.”

2. De gebruiker bepaalt

De ervaring leert dat de gebruiker uiteindelijk bepaalt of iets wel of niet werkt. Jan Willem en Jos: “Vergeet bij een onderwerp als duurzame mobiliteit vooral niet om de uiteindelijke gebruikers mee te nemen. Uiteindelijk ontstaan alle vormen van mobiliteit vanuit een behoefte van mensen om zich te verplaatsen. Een voorbeeld van hoe je hier rekening mee houdt is het concept van de 15-minuten-stad waarbij de benadering van duurzame mobiliteit begint bij de vraag naar mobiliteit vanuit de eindgebruiker. “

Met Livemobility neemt Wouter de gebruiker als startpunt. Hij begint met het bevragen en meten van het gebruikelijke reisgedrag van de werknemer. Dit sluit aan op aangescherpte regels over de rol van de werkgever in het registeren van mobiliteitsbewegingen. Patricia: “Vanaf 1 januari 2022 mag de werkgever geen vast bedrag meer uitkeren als reiskostenvergoeding, maar doet dit dan op basis van de daadwerkelijke reisbewegingen.” De informatie die via de app van Livemobility verkregen wordt kan de werkgever gebruiken om een realistisch vervoersaanbod aanbieden dat aansluit bij de wensen van de werknemer. Het garanderen van goede communicatie tussen werkgever en werknemer is hierbij cruciaal.

Wouter zegt hierover: “Soms lees ik dat deelmobiliteit niet werkt. Ik ben ervan overtuigd dat dat niet met het aanbod te maken heeft, maar met het niet meebewegen met de vraag. Je kunt niet zomaar iets neerzetten en hopen dat het gebruikt wordt. Je hebt vraagcreatie nodig. Als Livemobility niet aansluit bij de behoefte van werknemers, zijn zij niet geneigd de app te gebruiken. De werkgever ontvangt dan geen data en kan in feite niets met de app.” Hoe doe je dat, meebewegen met de vraag van de gebruiker? "Je moet aandacht hebben voor de context waarin iemand bepaald gedrag vertoont. Verandering moet makkelijk gemaakt worden, dan zijn mensen meer geneigd erin mee te gaan", aldus Wouter.

3. Vergeet de rol van de overheid niet

Naast de gebruiker is de overheid een belangrijke speler in de mobiliteitstransitie. De overheid bepaalt uiteindelijk de wetgeving, en daarmee ook het gemak waarmee technologische veranderingen geïntroduceerd kunnen worden. Zo is de beperkte actieradius geen probleem meer bij elektrische auto’s, maar lopen gebruikers er nu soms tegenaan dat het lastig is een laadplek te vinden. Als de overheid niet snel genoeg meebeweegt met deze technologische ontwikkelingen, dan zit daar een grote bottleneck, aldus Wouter. Wetgeving en besluitvorming moeten gereed zijn als de markt er klaar voor is.

Gemeend gedachtegoed is dat je voor een transitie tenminste 25% van de mensen mee moet krijgen, dan volgt de rest vanzelf. Wouter meent dat een groot deel van de Nederlandse bevolking geïnteresseerd is in duurzame ontwikkelingen en dat je daarmee ruim de 25% haalt. Wouter: “Ook werkgevers en de overheid zijn van mening dat een transitie nodig is. Maar als je vraagt wie de eerste stap zet, kijken we naar elkaar. De overheid is juist hierin nodig. Enerzijds is het goed als de bevolking de ruimte krijgt om een actieve rol in te nemen, anderzijds heeft de overheid een faciliterende rol binnen de mobiliteitstransitie.” Om toe te werken naar een duurzaam mobiliteitssysteem moeten we breed blijven denken, anderen betrekken en steeds opnieuw afwegingen maken. Hoe passen we dit toe de dagelijkse praktijk? Door continu te zoeken naar samenwerking, dichtbij de gebruiker te staan en onze kennis van de overheid te gebruiken en te verdiepen. OchtendMensen blijft (mee)werken aan de mobiliteit van morgen!

Meer weten over wat wij doen binnen de thema’s Ruimte & Leefomgeving? Bekijk onze themapagina.

"De gebruiker bepaalt, maar zonder hulp van de overheid komen we er niet."

Thijs Hofman

Adviseur OchtendMensen
Onderdeel van TwynstraGudde